In de Tweede Wereldoorlog zijn veel burgers om het leven gekomen. Wie die slachtoffers zijn is niet altijd duidelijk en daarom wordt er al sinds 2008 gewerkt om hiervan een gestructureerd beeld te krijgen. In 2020 is voorgesteld om een fysiek namenmonument te maken, maar daar is in oktober 2022 van afgezien. In plaats daarvan is er een digitaal monument. Het criterium om aangemerkt te worden als Bosch oorlogsslachtoffer is dat men moest zijn ingeschreven als inwoner. Als het aan het college van B en W ligt wordt dit criterium uitgebreid.
Mensen die in Den Bosch hebben gevochten of waren ondergedoken en slachtoffer werden, maar niet waren ingeschreven bij de gemeente, worden nu niet als Bosch oorlogsslachtoffer erkend. Het college vindt dat een ieder die een verbintenis had met Den Bosch en in Den Bosch is overleden als slachtoffer aangemerkt zou moeten worden. Volgens het college past dit beter bij de inclusiviteit.
Nabestaanden hebben aangegeven prijs te stellen dat ook slachtoffers die niet ingeschreven stonden bij de gemeente als oorlogsslachtoffer worden erkend. Dit vraagt echter wel om extra onderzoek. Door het verruimen van het criterium neemt aantal oorlogsslachtoffers toe van 910 naar circa 950. Op dit moment zijn er 803 personen op de erelijst opgenomen, waaronder 147 bevrijders van de stad. Het toevoegen van de oorlogsslachtoffers aan het digitale monument is makkelijker in te regelen dan bij een fysiek monument.
Extra onderzoek kan ook opleveren dat er nieuwe inzichten komen in het oorlogsverleden van bepaalde personen en dat kan ook negatief zijn. Dit kan leiden tot discussies en vervelend zijn voor nabestaanden.
De gemeenteraad moet wel instemmen met de verruiming van het criterium.