Landbouw zoals we dat al jaren doen, wordt gezien als een aanslag op het milieu. Je hoort vaak dat het slecht is voor de bodem, bestrijdingsmiddelen in het water komen en de lucht vervuild raakt. Of en hoe je dit aanpakt, is vaak onderwerp van discussie. Praten over een mogelijk probleem is een eerste stap, maar er iets aan doen is beter.
Voedsel zit in een keten. Het moet worden verbouwd, daarna worden verkocht (tussenhandel) en worden geconsumeerd. Als je iets aan het voedsel wil veranderen, dan moet je hele keten aanpakken.
De provincie Brabant kwam in maart met een uitvoeringsplan biologische landbouw. Doel van dit plan is om 15% van de landbouw in 2030 biologisch te hebben. Dat is nog niet zo gemakkelijk, want er zijn nogal wat zaken waar je rekening mee moet houden. In het plan worden er 5 benoemd.
- Beschikbaarheid van grond. Als je biologisch wil verbouwen moet je over grond beschikken. Daarbij kunnen regels en financiën een rol spelen. De provincie wil hierbij een verbindende rol spelen tussen banken, (landbouw)organisaties en grondeigenaren.
- Uitvoerders. Mensen die biologisch wil boeren hebben niet altijd de juiste kennis. De provincie speelt een rol bij adviesbemiddeling, Rijksvoucherprogramma en andere regelingen.
- Kennisontwikkeling en innovatie. Op het gebied van biologisch landbouw is al veel kennis, maar hoe kom je daar als individuele ondernemer achter waar die zit? Het ministerie van LNV heeft een kennisagenda en de provincie sluit zich hierbij aan.
- Afzet van biologisch producten. Als je de productie verhoogt, moet ook de (tussen)handel toenemen. De provincie stimuleert ondernemers die voedsel verwerken meer ruimte in te ruimen voor biologische producten.
- Agrarisch onderwijs. Toekomstige agrariërs worden opgeleid bijvoorbeeld op de HAS. Het is belangrijk dat ook in het onderwijs meer aandacht is voor biologische landbouw.
Landbouw is een belangrijke economische pijler in de provincie. Daarnaast wil ook het Rijk en de EU dat er meer biologische landbouw komt. Daarom wil de provincie hier actief een rol in spelen. Biologische landbouw is duurzamer dan gangbare landbouw en ook beter voor de natuurlijke omgeving. Nederland loopt qua biologische landbouw (met 4,6%) zeker niet voorop in Europa, er zijn 5 landen die het slechter doen, de rest van de EU doet het beter. Brabant scoort met 3,5% nog slechter dan het Nederlands gemiddelde.
De provincie heeft een zogenaamde SWOT-analyse gedaan. Hierbij wordt gekeken naar sterke en zwakke kanten van een project, maar ook naar de kansen en bedreigingen. De doelstellingen van de provincie zijn duidelijk:
- Minimaal 5% biologisch eind 2025 met 11.848 hectare;
- Minimaal 10% biologisch eind 2028 met 23.696 hectare;
- Minimaal 15% biologisch eind 2030 met 35.546 hectare;
Met de huidige groei is dat niet mogelijk en zal er een trendbreuk nodig zijn.
Dat gaat niet alleen om de productie, maar ook om de distributie. Daarom is er een initiatief onder de naam biolokaal. Een onderdeel hiervan is om (bedrijfs)cateraars er toe te bewegen om minimaal 50% van het aanbod biologisch te maken. Ook in de bedrijfskantine van de gemeente 's-Hertogenbosch wordt daar aan gewerkt. Dat wordt verzorgd door de Bossche cateraar Appèl BV. Deze werkt daar sinds enkele maanden aan mee. Probleem is dat biologische producten nu nog vaak duurder zijn. Cateringsmanager Nellie Broecks: "We zien het als een investering om veel kennis op te doen met deze opkomende trend. Dus ondanks dat de inkoopprijs van de biologische en lokale producten wellicht duurder is, berekenen we dit niet door aan de gasten in het bedrijfsrestaurant. De cateraar neemt de kosten nu initieel voor eigen rekening. "
Uiteraard is het belangrijk dat de gasten van het bedrijfsrestaurant kennismaken met producten. Deze worden dan ook prominent geplaatst in de looproute. Ook worden de gasten bevraagd over de aanpassing. Contractmanager Facilitair bij de gemeente 's-Hertogenbosch Elisa Janssen-Nillessen: "Daaruit blijkt dat de een meer vegetarisch wil en de ander juist meer vlees. Het is belangrijk dat de lunch aansluit op al deze wensen. We willen dat iedereen eigen keuzes kan maken."
Voor de cateraar is er nog een andere uitdaging. Via hun vaste leverancier is er te weinig biologisch aanbod. Ze hebben een groothandel in biologische producten benaderd, maar dat lost het probleem van het aanbod maar beperkt op. Nelli Broeks hierover: "Onze nieuwe leverancier heeft nog weinig non-food producten en er zijn weinig producten in grote hoeveelheden verkrijgbaar. Ook moeten we meer inkopen om geen transportkosten te betalen. Daarom komt nu de ene week een bestelling van onze nieuwe leverancier en de andere week een levering van de andere leverancier."
Nu de cateraar en gemeente 's-Hertogenbosch enkele maanden bezig zijn, worden de knelpunten ook duidelijk. Nellie: "Het zou ons helpen als we gemakkelijk inzicht kunnen krijgen in het percentage biologische en lokale producten dat we inkopen. We voeren nu handmatig in welke producten biologisch en lokaal zijn en dat is erg arbeidsintensief. Als we beter inzicht krijgen in het aandeel biologisch en lokaal ingekochte producten in ons bedrijfsrestaurant, kunnen we dat beter monitoren."
De cateraar neemt nu nog de meerkosten voor haar rekening, maar bij de gemeente is ook het besef dat dit op termijn doorbelast zal moeten worden aan de gasten. Elisa: "Veel medewerkers maken zich zorgen over de betaalbaarheid van voedsel. Als we de extra kosten voor biologische en lokale producten doorberekenen, kan dat tot ontevredenheid en minder gasten leiden. We hebben gemerkt dat het belangrijk is hiermee rekening te houden en gasten niet te dwingen om voor biologisch voedsel te kiezen."