Gerard Philips werd in 1858 geboren in Zaltbommel. Het werd niet de plek waar de gloeilampenfabriek Philips het daglicht zag. Het werd ook niet Den Bosch, vooral omdat het gemeentebestuur het niet wilde. Het werd uiteindelijk Eindhoven waar een fabriekje leegstond. Nu is het een museum. Philips groeide, bouwde Eindhoven op met de huisvesting voor haar werknemers en werd een wereldspeler. Mooi voor Eindhoven, dat zonder Philips nooit was geworden tot dat wat het nu is. Amper 15 jaar geleden zette zich een negatieve spiraal in en werd het bedrijf opgesplitst en verdween het hoofdkantoor uit de lichtstad.
20 jaar eerder, in 1984, was in Veldhoven een samenwerking ontstaan tussen ASM International en Philips onder de naam ASML. Het was een klein bedrijf met iets meer dan 100 medewerkers. Het groeide en is tegenwoordig een zwaargewicht op de Amsterdamse beurs. Ook Veldhoven weet nu wat het is om zo'n groeibedrijf binnen de gemeentegrenzen te hebben. Het ooit kleine voorstadje van Eindhoven groeide en lijkt Veldhoven op te slokken. En niet alleen Veldhoven.
Waar Eindhoven ooit de elektronica- en lichtstad was, zo is Veldhoven nu de Brainport van Nederland geworden (al lijkt Eindhoven die naam op te eisen). Waar Eindhoven ruim een eeuw geleden nog voldoende ruimte had, zo groot wordt nu de schaarste in Veldhoven. Steeds meer ruimte wordt door het bedrijf opgeslokt. Voor de burger wordt het allemaal wat lastiger, al lijken velen er onverschillig over. Ook de overheden zien ASML als een parel (en redder Nederlandse economie) en pompen er miljarden in. Maar of je daar nu zo blij mee moet zijn?
Brainport is allang niet meer beperkt tot Veldhoven/Eindhoven. Het effect straalt veel verder. En dat merkt men ook in de regio. Tilburg en Meierijstad zitten al aan tafel om te kijken hoe ze om moeten gaan met expansiedrift van ASML. Niet iedere politieke stroming is het eens met die belangstelling. Het roept de vraag op wat er allemaal gaande is.
Je kan als gemeente de kat uit de boom kijken, met als risico dat de kat ineens uit de boom valt en je als gemeente niet voorbereid bent op wat er komt. Je kan ook aan tafel gaan zitten en meepraten over de ontwikkelingen. Je kan ook een stap verder gaan en kijken hoe je als gemeente kan profiteren van de groei van deze multinational. De eerste optie lijkt niet slim, de tweede optie wel. In Meierijstad zijn er raadsfracties die vrezen dat het stadsbestuur al stiekem bezig is met optie drie. Dat geldt ook voor Tilburg. Begrijpelijk wil je grip houden op de zaak en niet ineens voor voldongen feiten staan.
Ook Den Bosch staat voor de vraag hoe om te gaan met expansiedrift van ASML. Tot nu toe zitten er een paar kantoren in het Essent-gebouw en wonen er een paar werknemers in deze stad. Dat zou allemaal wel eens meer kunnen worden als de ruimte in Veldhoven te krap wordt. De 30 kilometer tussen de Brabantse hoofdstad en Veldhoven is makkelijk te overbruggen en sowieso ligt Den Bosch aan de aanvoerroute uit het noordelijke deel van de Randstad. Een enkel raadslid liet doorschemeren dat Den Bosch nooit afhankelijk mag zijn van één bedrijf.
Den Bosch heeft ook behoorlijk wat onderwijs in huis en dat zou ook zomaar ten dienste van ASML ingezet kunnen worden. Vergeet niet dat de ambitie van Den Bosch is om de Datastad van het Zuiden te worden. Op economisch gebied heeft Den Bosch wel wat te winnen. Toch is men niet heel enthousiast om het actief te gaan aantrekken. Als de vraag er is, dan wil men er wel open voor staan, maar wel vanuit de bestaande voorzieningen. De gemeenteraad heeft nu verzocht om een onderzoek naar de mogelijkheden voor lokaal onderwijs en ondernemerschap. Dat klinkt sympathiek, maar het is de vraag of je een expansie van een bedrijf wel kunt tegenhouden. Het lukte Eindhoven niet en Veldhoven ook niet. De strijd om ruimte zal gewonnen worden door degene die de meeste macht heeft. Dat is helaas niet het gemeentebestuur.