Den Bosch Politiek | Het drijfzand van de jeugdzorg
Het drijfzand van de jeugdzorg
21-mei-2024 08:54:14
Leestijd 3 minuten
Als je kinderen hebt, word je zeker niet blij als je te maken krijgt met de jeugdzorg. Van de jeugdzorg hoor ik meestal alleen als er problemen zijn. Wachtlijsten, tekorten aan personeel, winstmodellen en nog veel meer.
Hoe ik hier op kom? Vorige week werd zonder al te veel discussie het Regionaal Beleidsprogramma Jeugd goedgekeurd door de gemeenteraad. En daar begint al gelijk de complexiteit. Sommige zorg kan lokaal geregeld worden, sommige zorg wordt regionaal geregeld (omdat dit efficiƫnter is) en soms zijn er weer meerdere regio's die samenwerken. Dan zijn nog allerlei programma's die ermee samenhangen zoals IZA (Integraal Zorgakkoord), LHA (Landelijke Hervormingsagenda), GALA (Gezond en Actie Leven Akkoord) en dan is er ook nog een Toekomstscenario. Allemaal goed bedoeld en vast voortgekomen uit ervaringen uit het verleden, maar als leek in deze wereld, zou ik zelf bijna hulp nodig hebben na het lezen van dit stuk.
Het eerste wat me opviel dat het systeem centraal staat en niet het kind. Dat komt naar voren uit hoofdstuk 7 waarin de DIN-Methode wordt aangehaald en wordt die in hoofdstuk 8 uitgewerkt wat resulteert in een programma van 6 strategische en 18 operationele doelen, waarbij dan ook nog monitoring en leermomenten bij zijn. Dat past dan weer bij 1 van uitgangspunten: 'blijvend van elkaar leren en dit als drijfkracht gebruiken'. Dat gaat dan met samen met 2 andere uitgangspunten 'Deskundigheid en visie van ouders en jeugdige benutten' en 'Samenwerken met onderwijs'. De uitgangspunten klinken goed, dat vindt ook de stichting adviesgroep wmo & jeugdhulp 's-Hertogenbosch.
Maar hoe verder je komt in het stuk, hoe moedelozer het wordt. Stel je bent ouder en zegt 'mijn kind heeft een probleem, help me' dan hoop je dat je snel op de juiste plek komt. En dan moet je overigens hopen dat je kind maar 1 probleem heeft, want bij meerdere problemen wordt het echt ingewikkeld. Het helpt dan ook niet als de Rijksoverheid met enige regelmaat de regels en financiƫle middelen aanpast en meestal niet in het voordeel van de kinderen/jeugd. Daarbij wordt ook niet eens gekeken naar de lange termijn.
Je zou willen dat het kind centraal staat en niet het systeem. Ik lees een hoop ballast, vast ontstaan als gevolg van regels, middelen en ervaringen, maar daarmee komt het wel steeds verder van de client te staan. Dan ga je het niet redden met uniformiteit. In hoofdstuk 5 staat een quote 'Hoe kunnen we bouwen op wat er is in plaats van telkens iets nieuws bedenken'. Dit klinkt al een sympathieke quote, maar ook dit gaat uit van een systeem.
Natuurlijk moet je gebruik maken van kennis die er is, maar na het lezen van dit stuk krijg ik toch sterk de indruk dat men de client vergeten is. Hiermee wordt het sociaal domein steeds complexer. Als je er midden inzit, dan is het misschien nog wel te volgen, maar als buitenstaander krijg je snel de indruk dat je een hele studie moet volgen. Dat is volgens mij niet de bedoeling als je hulp wilt voor je kind.
Bij hoofdstuk 7 ben ik afgehaakt en dan ben ik best complexe stukken gewend.
Hier zijn teveel mooie woorden gebruikt om te verbergen dat jeugdzorg meer op drijfzand dan op een stevig fundament is gebouwd. Sterker nog, het gebouw van de jeugdzorg is veel te complex en je verdwaalt er te gemakkelijk in. Daarmee begrijp ik waarom de problemen in de jeugdzorg zo groot zijn. Er zijn teveel belangen, teveel zijwegen en als client zou je graag een duidelijke rechte weg willen.