Je bent werkloos. Dat is al behoorlijk kut. Maar je bent niet het type dat dan maar in stoel gaat zitten wachten tot er een positieve reactie komt op die vele sollicitatiebrieven die je schrijft. Je gaat in de buurt kijken of je nog wat zinnigs kan doen met je kennis en vindt al snel vrijwilligerswerk (er lijkt altijd wel een tekort aan vrijwilligers te zijn).
Je vermaakt je er prima mee en anderen zijn ook blij met wat je doet. Op een slechte dag valt er brief op je deurmat waarin gesteld wordt dat je al een tijdje in de bijstand zit en dat je een tegenprestatie moet leveren. Je moet vloeren gaan dweilen in schoolgebouwen. Je gaat naar de gemeente en zegt dat je al vrijwilligerswerk doet. Of je daar bewijs van hebt. Een vrijwilligersverklaring (ja die bestaan echt) heb je niet. Omdat je niet voor een organisatie werkt, kun je die ook niet krijgen.
Je baalt, want dat dweilen lijkt je maar niets. Zou meer iets zijn voor je buurman, ook werkloos, maar die werkte bij een schoonmaakbedrijf. Het kan verkeren.
Het bovenstaande is niet een fictie, het is een samenraapsel van verhalen die ik regelmatig hoor. Het geeft aan hoe regelgeving niet aansluit op de praktijk. Dat is wel vaker zo. Die regelgeving is er om mensen, die er wel met de pet naar gooien, te straffen, maar mensen die het wel goed doen, worden ook gestraft. De overheid beloofd wel maatwerk, maar heeft te weinig middelen om dit te realiseren.
Participeren is dan wel een mooi iets, maar ook hier wordt vergeten dat zoveel mensen, zoveel wensen er zijn. Met algemene regels kom je er dus ook niet. Participeren kan met vrijwilligerswerk, maar ook met mantelzorg (vaak niet zo vrijwillig, wel met liefde) of iets dergelijks. Je ziet in verschillende wijken dat men zaken op verschillende manieren oppakt en zaken oplost. Ik ken wijken waar je pas meetelt als je weet wat ruziemaken is, maar ook wijken waar ruzie maken uit de boze is. Het geeft maar aan hoe groot de verschillen zijn.
Je kan wel roepen 'He kut, wel meedoen he' maar dat werkt niet. Ik zie in deze stad talloze initiatieven om mensen weer mee te laten doen. Wie echt niet wil meedoen, wordt echter niet met rust gelaten, dat kan nu eenmaal niet. In plaats aan dat soort mensen veel energie te verspillen, zou je diezelfde energie beter kunnen besteden aan diegenen die wel willen, maar niet weten hoe. Kijken naar wel je wel kan, in plaats van wat je niet kan. Een stelling die velen leren, maar veel te weinig in de praktijk brengen.
Een maakbare maatschappij bestaat niet. Sterker nog, de maatschappij bestaat niet eens. Maar veel volksvertegenwoordigers blijven geloven in een dergelijke maatschappij. Laat het beeld eens los. Meedoen is een gunst, maar geen verplichting.