Over het algemeen is de Bossche bevolking niet zo geïnteresseerd in de activiteiten in het Bestuurscentrum. Maar soms is er een onderwerp dat wel de gemoederen bezig lijkt te houden. Lijkt bezig te houden, want blijkbaar als ‘de Krant’ een onderwerp oppikt, dan is er wel iets aan de hand. Als dan een Wijkraad met een alternatief plan komt, dan moet er zeker wel iets aan de hand zijn.
Ik heb het over de nieuwbouw van het theater. Een verhaal dat net zo goed een roman had kunnen zijn, maar het plot moet nog worden geschreven. Maar waar gaat het om? Simpel gesteld zit het huidige theater aan de Parade daar al sinds jaren 70 (althans in het huidige pand). In die tijd is er veel veranderd. Theaterproducties zijn groter geworden, vragen meer techniek, groter podium en ook het publiek is veranderd. Een reden om dan te kijken of je nog met je voorziening bij de tijd bent en wat bleek, dat is niet zo. Tel daar bij op dat het gebouw technisch ook in verval is en je hebt een reden om in te grijpen.
Maar de vraag is: wie moet er ingrijpen? Dat is iets lastiger uit te leggen. Tot een aantal jaren geleden viel al het theater inde ree gemeente. Nu moet de gemeente zich daar niet mee bemoeien, want van theater hebben ze geen verstand (alhoewel …). Een aantal jaren geleden is er dan ook voor gekozen om het theater te verzelfstandigen. Dat wil zeggen dat de exploitant (ZNTM) zorgt voor de inhoud en bedrijfsvoering. Speelt de gemeente dan geen rol? Jawel, de gemeente heeft zich verplicht te zorgen voor huisvesting. Die huisvesting wordt dan verhuurd aan de ZNTM. Nu het huidige pand niet meer voldoet, is het de taak voor de gemeente om te zorgen voor een nieuw pand. Maar als de gemeente daar voor moet zorgen, betekent ook dat onze gekozen volksvertegenwoordiging daar ook iets over mag zeggen, want uiteindelijk betaalt de gemeente de nieuwbouw en dan moet de gemeenteraad daar wel toestemming voor geven. Het begon allemaal met het programma van eisen, kortom, waaraan moet een nieuw gebouw voldoen. Dit leverde al wat discussie op, maar werd uiteindelijk vastgesteld. Vervolgens moest worden gekeken waar een pand, dat voldoet aan die eisen, zou kunnen worden gebouwd. Er kwamen 9 locaties uit de hoge hoed. De simpele vraag was: 'waar kan het gebouw staan qua omgeving, bereikbaarheid en kosten'. De vraag was simpel, het antwoord allerminst. Er werden allerlei argumenten op tafel gelegd, die meer met belangen van derden te maken hadden, dan met de vraag waar het theater het beste gebouwd kon worden.
Dit theaterstuk duurde bijna anderhalf jaar lang en kende een bizar slot. Omdat de gemeenteraad er niet uit kwam, nam het college van B&W zelf maar een beslissing: bouwen op de huidige locatie, want die locatie heeft de afgelopen decennia ook voldaan. Er was één probleem, de ruimte is er beperkt en de vraag was of een pand met alle functionaliteit zoals gesteld in het programma van eisen daar wel gerealiseerd kan worden. Dat bleek niet het geval, maar met het laten vervallen of verminderen van een aantal eisen, was het wel mogelijk.
Die eisen konden beperkt worden, want door bezuinigingen zal het theater de komende jaren ook weer anders worden. De keuze voor de locatie aan de Parade wist via een vreemd proces uiteindelijk een meerderheid in de gemeenteraad te krijgen. Einde verhaal zou u denken, maar dat is dus niet waar. Zoals ik al schreef, bepaalde locaties hebben voordeel bij de vestiging van een theater. Zo kwam Wijkbelangen Paleiskwartier met een alternatief plan, dat zogenaamd € 20 miljoen goedkoper zou zijn, maar dat kwam omdat ze de grondprijs niet meerekende. Het Paleiskwartier heeft belang bij een theater, want in die wijk is nu weinig te doen en een theater kan een stimulans zijn. Meer in belang van de wijk dan het theater. Dat geldt ook voor het GZG terrein, waar het theater een publiekstrekker zou moeten zijn. En de Kop van ’t Zand zou een cultuurcluster kunnen worden. Dat zou ook een voordeel voor het theater kunnen zijn, maar of dat ook zo is, moet eerst nog maar worden aangetoond. Ook andere locaties hebben dergelijke redenen, vooral om een bestemming te geven aan bestaande gebouwen die amper ergens anders voor geschikt zijn.
Opvallend stil is de exploitant, ZNTM. Ze hebben alleen een onderzoek laten doen naar de mogelijkheden op de huidige locatie en het resultaat was positief. Zou de exploitant nog meer moeten zeggen? Misschien niet, vooral als ze geen probleem heeft met het voorliggende plan (en daar lijkt het dus op). Maar ook derden gingen zich er mee bemoeien en daarmee lijkt het hek wel een beetje van de dam.
Maar onder leiding van een aantal (lokale) populistische partijen blijft de locatie keuze maar in de lucht hangen. Schijnbaar ten onrechte, immers de Bossche bevolking gaat er niet over, tenzij ze kunnen aantonen dat het niet past. Maar daar schuilt het probleem. Er is een impressie gemaakt en daar valt iedereen over, maar je kunt pas tegen een ontwerp zijn, als het er is. De oppositie probeert nu op basis van speculaties een discussie te voeren. Die ging zelfs zover dat ze om een referendum vroegen. Totaal onzinnig, want bij de gemeenteraadsverkiezing kwam nog niet eens 50% van de stemgerechtigden opdraven, laat staan dat 20% bij een referendum komt opdraven. Het lijkt meer om een politiek spel (theater) te gaan dan om realistisch onderbouwde argumenten. Als men politiek gaat voeren op basis van sentimenten, dan kun je je afvragen of dat een goede ontwikkeling is. Er zijn zelfs partijen geweest die de beslissing over de verkiezing heen wilde tillen, lastig nu de verkiezing is uitgesteld. In een tijd dat men vraagt om een slagvaardig bestuur, wil men zaken uitstellen. Het gaat alleen om de vraag of je € 55 miljoen over hebt voor een theater. Gelukkig is die keuze nu gemaakt.
Op een forum discussie schreef iemand dat theater emotie is. Dat klopt, maar politiek niet, althans dat zou het niet moeten zijn. Men zou zich moeten laten leiden door feiten en als een partij zegt dat een meerderheid van de Bossche bevolking tegen de bouw op de huidige locatie is, zonder dat ook maar 1 degelijk onderzoek aan ten grondslag ligt, dan vraag ik me af of je wel goede volksvertegenwoordiger bent. Dat geldt trouwens ook als je wegloopt bij een stemming. Een politicus die wegloopt, is geen volksvertegenwoordiger. Tenzij het natuurlijk theater is, want in theater kan alles.